God had woord gehouden: er viel inderdaad geen regen meer. Er was zelfs geen dauw. Net zoals Elia aan koning Achab had verteld. De droogte en de hongersnood vielen zwaar over het land. Allemaal goed en wel, dacht Elia, maar als het echt droog wordt, ben ik zelf ook gezien. Dan kom ik ook om van honger en dorst.
Maar dat liet God niet gebeuren. Hij zorgde voor Zijn profeet. Hij gaf Elia de opdracht om zich schuil te houden in het dal van de beek Kerit, een kleine beek die in de Jordaan uitmondt. Daar vond hij water. Elke ochtend en elke avond brachten raven hem brood en vlees.
Dat ging een hele tijd goed, maar op de duur droogde ook de beek Kerit op, omdat het al zo lang niet meer geregend had. Toen sprak God tot Elia: 'Ga naar Sarefat. Daar is een weduwe die voor je zal zorgen.' Elia vertrok naar Sarefat. De eerste die hij daar ontmoette was een weduwe die bij de stadspoort hout sprokkelde. 'Alsjeblieft,' zei Elia, 'kun je mij in deze kruik een beetje water halen. Ik sterf van de dorst. En als het kan ook een stukje brood, want ik heb honger.' De vrouw antwoordde: 'Water wil ik wel halen, maar brood heb ik niet meer. Ik heb alleen nog een restje meel in de pot en een beetje olie in de kruik. Met het hout dat ik hier sprokkel, ga ik straks voor mij en mijn zoon voor het laatst eten klaarmaken, daarna wachten we op de dood.'
'Maak van je laatste meel en olie eerst een broodje voor mij' , zei Elia. 'God zal daarna voor jullie zorgen totdat het weer regent. De pot met meel zal niet leeg raken en de olie in de kruik raakt niet op, totdat God het weer laat regenen.' En de vrouw geloofde hem en deed wat hij gevraagd had. Ze bakte voor hem een broodje van haar laatste meel en olie. En het ging zoals Elia had gezegd: elke dag hadden zij te eten. Elia bleef bij hen wonen.
Een poosje later werd de zoon zwaar ziek. Hij werd bewusteloos en even later ging hij dood. De vrouw riep Elia erbij: 'Waarom laat God mijn zoon sterven terwijl ik onderdak geef aan Zijn profeet?'
'Geef je kind aan mij', antwoordde Elia. Hij nam de dode jongen mee naar de kamer waar hij logeerde, legde hem op zijn bed en ging driemaal languit op het kind liggen. 'God,' smeekte hij, 'laadt levensgeest weer terugkeren in dit kind!'
En God luisterde naar hem. Het kind begon weer te leven. Toen bracht Elia het kind weer naar zijn moeder. 'Kijk, je zoon leeft' , zei hij. De vrouw begon te huilen van blijdschap en zei: 'Nu ben ik er zeker van dat je echt een man van God bent en dat God spreekt door jouw mond.'
Maar dat liet God niet gebeuren. Hij zorgde voor Zijn profeet. Hij gaf Elia de opdracht om zich schuil te houden in het dal van de beek Kerit, een kleine beek die in de Jordaan uitmondt. Daar vond hij water. Elke ochtend en elke avond brachten raven hem brood en vlees.
Dat ging een hele tijd goed, maar op de duur droogde ook de beek Kerit op, omdat het al zo lang niet meer geregend had. Toen sprak God tot Elia: 'Ga naar Sarefat. Daar is een weduwe die voor je zal zorgen.' Elia vertrok naar Sarefat. De eerste die hij daar ontmoette was een weduwe die bij de stadspoort hout sprokkelde. 'Alsjeblieft,' zei Elia, 'kun je mij in deze kruik een beetje water halen. Ik sterf van de dorst. En als het kan ook een stukje brood, want ik heb honger.' De vrouw antwoordde: 'Water wil ik wel halen, maar brood heb ik niet meer. Ik heb alleen nog een restje meel in de pot en een beetje olie in de kruik. Met het hout dat ik hier sprokkel, ga ik straks voor mij en mijn zoon voor het laatst eten klaarmaken, daarna wachten we op de dood.'
'Maak van je laatste meel en olie eerst een broodje voor mij' , zei Elia. 'God zal daarna voor jullie zorgen totdat het weer regent. De pot met meel zal niet leeg raken en de olie in de kruik raakt niet op, totdat God het weer laat regenen.' En de vrouw geloofde hem en deed wat hij gevraagd had. Ze bakte voor hem een broodje van haar laatste meel en olie. En het ging zoals Elia had gezegd: elke dag hadden zij te eten. Elia bleef bij hen wonen.
Een poosje later werd de zoon zwaar ziek. Hij werd bewusteloos en even later ging hij dood. De vrouw riep Elia erbij: 'Waarom laat God mijn zoon sterven terwijl ik onderdak geef aan Zijn profeet?'
'Geef je kind aan mij', antwoordde Elia. Hij nam de dode jongen mee naar de kamer waar hij logeerde, legde hem op zijn bed en ging driemaal languit op het kind liggen. 'God,' smeekte hij, 'laadt levensgeest weer terugkeren in dit kind!'
En God luisterde naar hem. Het kind begon weer te leven. Toen bracht Elia het kind weer naar zijn moeder. 'Kijk, je zoon leeft' , zei hij. De vrouw begon te huilen van blijdschap en zei: 'Nu ben ik er zeker van dat je echt een man van God bent en dat God spreekt door jouw mond.'
Beantwoord volgende vragen:
- Welke rol spelen de raven?
- Waarom gaat Elia naar Sarefat?
- Waarom bakt de weduwe de laatste restjes op tot een brood voor Elia?
- Waarom is Elia wanhopig als de zoon sterft?
- Waarom vindt de weduwe het onrechtvaardig dat haar zoon sterft?
- Waarom zegt ze op het einde: 'Nu ben ik er zeker van dat je echt een man van God bent' ?
- Waaraan merk je in het verhaal duidelijk dat God voor Elia zorgt?