Jezus en Zijn vrienden waren op weg naar Jeruzalem. Het was niet ver meer. Onderweg kwamen ze langs een klein dorp.
'Andreas en Kleopas, gaan jullie daar een ezelsveulen voor me halen?' vroeg Jezus. Hij wees hen precies waar ze moesten zijn. Even later kwamen ze terug met de ezel. Jezus ging erop zitten en zo trokken ze Jeruzalem binnen.
De mensen herkenden Jezus en Zijn vinden. Ze sneden takken van de bomen en legden die op de weg. Ook hun mantels spreidden ze uit, zodat het er heel feestelijk uitzag. De mensen bleven staan en zwaaiden lachend met groene takken. Ze zongen: 'Hosanna, de zoon van David. Jezus komt van God, hoera! Hosanna!'
Er waren grote spandoeken met de naam van Jezus erop, en met zinnen die Hij gezegd had. Steeds meer mensen kwamen erbij en zongen mee. Jezus lachte en zwaaide naar hen en Zijn vrinden liepen zingend mee. Het was een echt feest.
'Jezus lijkt wel een koning!' zei Andreas tegen Kleopas. 'We hadden beter een paard gezocht in plaats van die ezel.'
Maar Kleopas schudde lachend zijn hoofd. 'Onze Jezus is geen gewone koning, geen koning in een ver paleis. Wel een koning voor alle mensen die Hem nodig hebben. Die ezel is prima.
Ze kwamen aan op het tempelplein. Daar was het altijd een drukte van belang. Nu het binnenkort Pasen was, was het nog erger dan anders. Er stonden kooplieden en marktkramers, geldwisselaars en duivenverkopers.
Jezus beende opeens gejaagd vooruit. zijn gezicht stond boos en strak. Hij greep met beide handen een tafel vol meloenen en olijven vast en kantelde ze. De vruchten rolden over de grond. De koopman protesteerde verbaasd, maar Jezus was al bij de volgende kraam. Een kraam vol aardewerken potten en olielampen. Met een snelle beweging rukte hij het bovenblad van de schragen. Een gekletter van brekende aardewerk klonk over het plein. mensen bleven staan en staarden verbaasd naar de nijdige man die van kraam naar kraam rende en overal alles omvergooide. Met een grote zwaai van zijn armen maaide Hij de dozen met geld van de tafel van de wisselaar.
De grote koopman van de kraam met zoete gebakjes sprong naar Jezus toe en greep Hem bij zijn armen.
'Hou op!' schreeuwde hij. Maar Jezus rukte zich los.
'Nee!' riep Hij. 'De tempel is een huis van gebed. Een plaats waar mensen komen om te bezinnen en alles aan God te vertellen. Jullie hebben er een marktplaats, een rovershol van gemaakt! Hier draait alles om geld, dat is wat jullie interesseert! Hoe kun je hier nog bidden?' En weer greep Hij een tafel vast en keerde hem om, terwijl alles op de grond rolde.
Pas toen alle kramen omvergegooid waren, bleef Hij hijgend staan. Zijn vrienden gingen dicht bij Hem staan. In de verte klonk een groepje kinderen die het lied van daarstraks zongen:
'Hosanna, de zoon van David!'
De geldwisselaar raapte geldstukken van de grond en stopte ze snel in een doos.
'Dat is niet de zoon van David' , zie hij. 'Die man is gek, gevaarlijk gek!'
De verkopers keken vijandig naar Jezus en Zijn vrienden. Ze haatten Jezus, dat was duidelijk. Hoe lang zou dat nog goed gaan?
(Kolet Janssen, vrij naar Mt. 21, 1 - 17)
Bespreek onderstaande vragen en geef een kort antwoord via de reactie-knop.
'Andreas en Kleopas, gaan jullie daar een ezelsveulen voor me halen?' vroeg Jezus. Hij wees hen precies waar ze moesten zijn. Even later kwamen ze terug met de ezel. Jezus ging erop zitten en zo trokken ze Jeruzalem binnen.
De mensen herkenden Jezus en Zijn vinden. Ze sneden takken van de bomen en legden die op de weg. Ook hun mantels spreidden ze uit, zodat het er heel feestelijk uitzag. De mensen bleven staan en zwaaiden lachend met groene takken. Ze zongen: 'Hosanna, de zoon van David. Jezus komt van God, hoera! Hosanna!'
Er waren grote spandoeken met de naam van Jezus erop, en met zinnen die Hij gezegd had. Steeds meer mensen kwamen erbij en zongen mee. Jezus lachte en zwaaide naar hen en Zijn vrinden liepen zingend mee. Het was een echt feest.
'Jezus lijkt wel een koning!' zei Andreas tegen Kleopas. 'We hadden beter een paard gezocht in plaats van die ezel.'
Maar Kleopas schudde lachend zijn hoofd. 'Onze Jezus is geen gewone koning, geen koning in een ver paleis. Wel een koning voor alle mensen die Hem nodig hebben. Die ezel is prima.
Ze kwamen aan op het tempelplein. Daar was het altijd een drukte van belang. Nu het binnenkort Pasen was, was het nog erger dan anders. Er stonden kooplieden en marktkramers, geldwisselaars en duivenverkopers.
Jezus beende opeens gejaagd vooruit. zijn gezicht stond boos en strak. Hij greep met beide handen een tafel vol meloenen en olijven vast en kantelde ze. De vruchten rolden over de grond. De koopman protesteerde verbaasd, maar Jezus was al bij de volgende kraam. Een kraam vol aardewerken potten en olielampen. Met een snelle beweging rukte hij het bovenblad van de schragen. Een gekletter van brekende aardewerk klonk over het plein. mensen bleven staan en staarden verbaasd naar de nijdige man die van kraam naar kraam rende en overal alles omvergooide. Met een grote zwaai van zijn armen maaide Hij de dozen met geld van de tafel van de wisselaar.
De grote koopman van de kraam met zoete gebakjes sprong naar Jezus toe en greep Hem bij zijn armen.
'Hou op!' schreeuwde hij. Maar Jezus rukte zich los.
'Nee!' riep Hij. 'De tempel is een huis van gebed. Een plaats waar mensen komen om te bezinnen en alles aan God te vertellen. Jullie hebben er een marktplaats, een rovershol van gemaakt! Hier draait alles om geld, dat is wat jullie interesseert! Hoe kun je hier nog bidden?' En weer greep Hij een tafel vast en keerde hem om, terwijl alles op de grond rolde.
Pas toen alle kramen omvergegooid waren, bleef Hij hijgend staan. Zijn vrienden gingen dicht bij Hem staan. In de verte klonk een groepje kinderen die het lied van daarstraks zongen:
'Hosanna, de zoon van David!'
De geldwisselaar raapte geldstukken van de grond en stopte ze snel in een doos.
'Dat is niet de zoon van David' , zie hij. 'Die man is gek, gevaarlijk gek!'
De verkopers keken vijandig naar Jezus en Zijn vrienden. Ze haatten Jezus, dat was duidelijk. Hoe lang zou dat nog goed gaan?
(Kolet Janssen, vrij naar Mt. 21, 1 - 17)
Bespreek onderstaande vragen en geef een kort antwoord via de reactie-knop.
- Waarom zwaaien de mensen met palmtakken?
- Waarom kiest Jezus voor een ezel en niet voor een paard?
- Hoe zou jij Jezus welkom heten?
- Hoe kunnen we Jezus welkom heten in ons hart?
- Waarom wordt Jezus boos?